Marc De Bel op Boektopia
De geliefde Vlaamse jeugdauteur Marc de Bel is te gast op Boektopia om er nieuw werk en enkele heruitgaven voor te stellen. De Groeningestad is hem niet onbekend. Hij bracht talloze bezoekjes aan de stad, gaf lezingen in verschillende scholen en won in 1984 de Prijs van de stad Kortrijk voor het Beste Stripscenario.
Tante nonneke
“Ik heb leuke herinneringen aan Kortrijk zoals het jaarlijkse bezoek destijds aan tante nonneke zaliger. Zij was directrice in het toenmalig klooster van het OLV van Bijstand in de Wijngaardstraat waar je nu K in Kortrijk vindt. Een toffe madam die op hoge leeftijd nog Turks leerde om anderstaligen te helpen.”
Groeningekouter
“De Groeningekouter is een inspirerende plek. Als kind droomde ik al van de Guldensporenslag, nadat mijn meester van de zesde klas hier in geuren en kleuren over had verteld. Daardoor staat in mijn ideeënboekje al jaren een samenvatting van een verhaal dat zich afspeelt ten tijde van de slag. Ik hoop dit ooit te kunnen schrijven. Maar zoiets vraagt uiteraard veel onderzoek, want ik wil dat alles klopt in mijn historische romans voor (jong)volwassenen.”
Begijnhof
“Als macrobioticus houd ik van contrasten. Yin yang, weet je wel. Dus bezoeken we eerst het Begijnhof. Begijnhoven flitsen mij steevast naar lang vervlogen tijden en doen me altijd denken aan de tekeningen van Anton Pieck die ik enorm bewonder. Daarna gaan we in de K - om terug in deze eeuw te belanden- een reuze Dame blanche eten. Tijdens de boekenbeurs hebben we onze traditionele overnachting in hotel Messeyne. En nu en dan geef ik lezingen in een Kortrijkse school en zijn er vertel- en signeersessies in de K.”
Blij weerzien
“Ik vind het zalig om op Boektopia mijn fans terug te zien. Ik doe mijn best om in elk boek een klein tekeningetje te maken. Dat vinden de kinderen erg leuk. Ik ook, al is dit wel vermoeiend en zijn mijn vrouw en ik elk jaar na de boekenbeurs toe aan een weekje afkicken. Wat altijd heel gezellig is zijn mijn vertelsessies. Zalig om een stampvolle zaal zowel te laten lachen als te ontroeren. Op het eind van de lezing mag het publiek vragen stellen. Hoe gekker, hoe liever ...”